2. De ruitersport, waarbij de paarden onder de man worden gereden
a. De rensport,
te onderscheiden in vlakkebaanrennen, hindernisrennen of
steeplechases (heggen,
lage hekken, waterkuil e.d. in een vlakke baan) en terrein-
of jachtritten of crosscountry's
(rennen in het open veld, over een parcours waarin
heuvels, sloten, muren en wallen, struikgewas e.d.). In de
eerste twee gevallen krijgen succesvolle paarden een handicap
(verzwaring van het mee te voeren gewicht). Hier wordt gezamenlijk,
bij crosscountry's meestal individueel gestart, waarbij men
tegen de klok rijdt. De afstanden bij vlakkebaanrennen en
steeplechases variëren van 400 m (de quarter horse races in de
Verenigde Staten) tot ruim 7500 m. Crosscountry's (te onderscheiden
van de vossenjacht)
gaan vaak over veel grotere afstanden. De beroemdste
vlakkebaanrennen ter wereld zijn de
Derby te Epsom in Engeland (sedert 1780) en de Kentucky-Derby
in de Verenigde Staten. De Britse Grand National, jaarlijks te Aintree
bij Liverpool gehouden over een afstand van 7600 m, is de befaamdste
steeplechase.
b. De springsport,
wedstrijden over een klein parcours waarin kort na elkaar een
aantal hindernissen (sprongen) moet worden genomen. De
combinaties starten individueel. Er is een maximaal toegestane
rijtijd; strafpunten worden gegeven bij het overschrijden daarvan,
bij het omverwerpen van een hindernis, bij weigering van het
paard een hindernis te nemen e.d. In de puissance, met relatief
bijzonder zware sprongen, geldt geen maximale rijtijd. In het
jachtspringconcours worden fouten uitgedrukt in strafseconden.
c. De military
is een samengestelde wedstrijd. Na de eerste dag (dressuur)
wordt op de tweede dag een individuele uithoudingsproef gehouden,
bestaande uit een rit van 6000 m over wegen en paden (maximaal toegestane
tijd 25 minuten; geen winstpunten te behalen), een steeplechase
over 3600 m (tegen de klok; maximaal toegestane tijd 6 minuten)
met aansluitend een rit van 12!000 m over wegen en paden (maximaal
toegestane tijd 50 minuten; geen winstpunten te behalen) en ten
slotte een zeer zware crosscountryrit over 7200 m, waarin 33 tot
35 hindernissen zijn opgenomen (tegen de klok; maximaal
toegestane tijd 16 minuten). De derde dag volgt een
springconcours. Vooral aan het paard worden in de military
zwaardere eisen gesteld dan in enige andere vorm van paardensport.
d. De dressuur,
rijkunstoefeningen in een rechthoekige manege (20 bij 60 m of 20
bij 40 m). De combinatie wordt beoordeeld op het juist uitvoeren
van de voorgeschreven oefeningen, tempo, sierlijkheid,
gehoorzaamheid van het paard, houding en overwicht van de ruiter
e.d. Wedstrijden worden gehouden in een aantal categorieën met
oplopende moeilijkheidsgraad, met als hoogste de zgn.
grandprixdressuurproef.
e. Het vlakkebaanrennen
In Noord-Amerika vindt vlakkenbaanrennen meestal plaats op een ovale of driehoekige baan van ongeveer een mijl (1,6 km) lang. Er doen voornamelijk volbloedpaarden mee. Een populair element van de sport is het wedden.